Kostenonderbouwing heffingen
Met ingang van de Programmabegroting 2017-2020 zijn gemeenten op grond van het BBV verplicht in de paragraaf lokale heffingen een overzicht op hoofdlijnen op te nemen van de diverse heffingen. Daarin wordt inzichtelijk gemaakt:
hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die niet meer dan kostendekkend mogen zijn, er voor wordt gezorgd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden
wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.
Hiermee wordt voldaan aan de afspraak tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) met de rijksoverheid dat de kostenonderbouwing van gemeentelijke heffingen transparanter moet worden.
Bij onze gemeente gaat het om de volgende heffingen:
- Marktgelden
- Afvalstoffenheffing
- Rioolheffing
- Lijkbezorgingsrechten
- Leges
- Haven- en kaaigelden
De begrotingscijfers 2020 vormen hiervoor het uitgangspunt. Vanwege de nieuwe BBV-verplichtingen en de tijdspanne waarin e.e.a. berekend moest worden, benadrukken we dat onderstaande een eerste inzicht op hoofdlijnen geeft. In de komende jaren zal dit verder worden uitgewerkt. Dit voorbehoud geldt met name voor de heffingen welke niet regulier worden (zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing) gecalculeerd.
Met het voorbehoud zoals hiervoor is gemeld treft u hieronder een inzicht in de baten en lasten per heffing.