Verschillenanalyse begroting 2019-2020
De hieronder weergegeven structurele financiële mutaties ten opzichte van de Programmabegroting 2019 en de Voorjaarsnota 2019 hebben tot het nieuwe structureel saldo van € 116.690 (nadeel) voor 2020 geleid.
Omschrijving (-/- = nadeel) | Bedrag |
Stand begrotingsjaar 2020 in Voorjaarsnota 2019 | -1.178.000 |
1. Maatregelen dekkingsplan nr.17 t/m 34 | 640.000 |
2. Lasten/baten Sociaal Domein | 359.000 |
3. Opbrengst leges omgevingsvergunningen | 253.000 |
4. Bijdrage onderhoud wegen door Waterschap | -45.000 |
5. Bedrijfsvoering (inhuur derden, salarissen, etc.) | -160.000 |
6. Overige verschillen | 15.000 |
Totaal jaarlijkse structurele wijzigingen | 1.062.000 |
Structureel begrotingssaldo 2020 | -116.000 |
Toelichting verschillen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2019
Onderstaande toelichting betreft alleen de mutaties in de Programmabegroting 2020 ten opzichte van de laatste stand in de Voorjaarsnota 2019.
- Dit betreffen de maatregelen met de volgnummers 17 t/m 34 die afzonderlijk zijn toegelicht bij het voorgesteld dekkingsplan 2020-2023.
- Het totaal van de structurele baten en lasten in het Sociaal Domein laten een voordeel zien ten opzichte van 2019. Dit voordeel wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere rijksbijdrage vanwege de tekorten op de Jeugdzorg. Deze bijdrage is in de meerjarenraming 2020-2023 vooralsnog structureel opgenomen conform de richtlijn die door het Rijk is gegeven. Hierdoor is ook de onttrekking aan de egalisatiereserve Sociaal Domein lager dan oorspronkelijk geraamd.
- Door voornamelijk hogere bouwvolumes en -prijzen wordt een stijging van de legesopbrengst voor omgevingsvergunningen verwacht. Deze stijging laat zich reeds zien in 2019. Bij de Voorjaarsnota 2019 was hiermee nog geen rekening gehouden.
- De bijdrage die de gemeente is verschuldigd voor het onderhoud van wegen door het waterschap wordt jaarlijks geïndexeerd. Met deze indexering is onvoldoende rekening gehouden in de Voorjaarsnota 2019.
- Na de opstelling van de Voorjaarsnota 2019 is de nieuwe CAO voor gemeenten voor 2019 en 2020 bekend geworden en vastgesteld. De stijging van de salarislasten is uiteindelijk hoger gebleken dan de compensatie voor loon- en prijsindexering via de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Verder zijn een aantal kleinere budgetten voor inhuur overgeheveld van structureel naar incidenteel.
- De overige (voordelige) verschillen betreffen velerlei kleinere mutaties.